WELKOM           VRIENDEN           NIEUWS           AGENDA           LINKS           CONTACT LIN OFACEBOOKA
 
 
  nieuwsboeken/films  
     
     
................    
  interview Hans Slijp museumgids Bronbeek BB nr. 132  2022  
  geplaatst 22 mrt 2022  
     
   
  Hans Slijp is één van de museumgidsen op Bronbeek. Het museum is dit jaar nog gesloten vanwege de verbouwing voor de nieuwe vaste tentoonstelling. Je kunt wel rondgeleid worden door de museumgidsen op het landgoed. Je krijgt dan uitleg over de geschiedenis van Bronbeek en over de monumenten die op het landgoed staan.
   
  Hans je ziet er Indisch uit, ben je ook geboren in Indië?
  Ik ben geboren in Amstelveen. Net op tijd. Mijn moeder was hoogzwanger toen zij naar Nederland kwam.
  Het verhaal van mijn ouders is, is dat mijn vader als piloot vloog bij de KLM. In de jaren 50 was hij gedetacheerd bij de pas opgerichte Indonesische Luchtvaartmaatschappij Garuda. Hij werd daar gedetacheerd om mensen op te leiden. Mijn moeder was stewardess bij Garuda. Zo hebben zij elkaar ontmoet. Mijn moeder is een Indonesische vrouw, geboren in Jakarta. Ze is van Soendanese afkomst. Mijn vader en moeder gingen samenwonen in Jakarta. Toen de detachering van mijn vader erop zat moest mijn vader terug naar Nederland. Omdat mijn moeder zwanger bleek is mijn vader in Nederland met de handschoen getrouwd met mijn moeder.
   
  Ik ben Indisch, mijn moeder is Indonesisch, Mijn vader is een Hollander.
   
  Jouw moeder is Indonesisch? En jij Indisch? Als museumgids krijg je deze vraag waarschijnlijk ook vaak.
  Ja heel vaak, het is ook verwarrend. Veel mensen die zijn niet op de hoogte van die term Indisch. Als mijn moeder een Spaanse was geweest, had ik gezegd, ik ben van Spaanse afkomst. Want wat zeg ik vaak? Ik ben van Indonesische afkomst. Een voorbeeld dat die term verkeerd gebruikt wordt, is een heel nieuw boek dat net uitgekomen is. De Indische doofpot, nee, dat moet zijn of de Hollandse doofpot of de Indonesische doofpot.
   
  Het is een term die bedacht is tijdens de koloniale periode. Gebaseerd op de apartheid in Nederlands Indië. De eerste laag waren de Europeanen de Hollanders. Daarna kwamen de vreemde oosterlingen en de oorspronkelijke  bevolking, de inlanders, zoals ze genoemd werden, vormden de onderlaag. Omdat er heel weinig Nederlandse vrouwen in de kolonie waren, ontstonden heel veel relaties tussen Nederlanders en inlandse vrouwen. De kinderen uit deze relaties verdwenen (letterlijk en figuurlijk) heel vaak in de kampongs. Vaak hoorde je niks meer van deze kinderen, zij hadden ook geen rechtspositie. Deze kinderen waren bruin en hadden geen recht op onderwijs. Toen heeft iemand bedacht, weet je wat? We noemen die kindertjes die uit die relaties komen Indisch. het is een term die voortkomt uit de koloniale periode.  
   
  Wat weet je nog van je jeugd?
  Na mijn geboorte wilden mijn ouders terug naar Indonesië. Dat ging niet door de politiek van Soekarno. We zijn toen verhuisd naar Biak (1958) Biak is een eilandje dat vlakbij het voormalig Nederlands Nieuw Guinea met een vliegveld Mokmer. Mijn vader werd luchthavenmeester-verkeersleider op dat vliegveld. We hebben daar gewoond tot eind 1962. Daarna kwam Nieuw Guinea onder de vlag van de Verenigde Naties en in 1969 is het overgedragen aan Indonesië. In 1962 zijn we gerepatrieerd. Eerst kwamen we terecht in twee contractpensions en uiteindelijk kregen we een woning toegewezen in Bleiswijk. Daar ben ik opgegroeid.
   
  Wat ben je uiteindelijk gaan doen en hoe ben je in Arnhem, op Bronbeek, als gids gekomen?
  Eigenlijk heel simpel, door de liefde. Die liefde is voorbij gegaan. Ik heb daardoor wel heel lang in Groningen gewoond. Ik heb daar verpleegkundige opleidingen gedaan, en de kunstacademie!. Weer door de liefde ben ik verhuisd naar de Achterhoek. Ik ben hier in Arnhem gaan werken bij de 3 gasthuizen als teamleider. De relaties zijn voorbijgegaan, en omdat ik hier al werkte, ben ik hier blijven hangen.
   
  Door een overleg in 2016 kwam ik bij toeval op Bronbeek. Had er natuurlijk wel van gehoord. We hadden een stichting opgericht Sawah Belanda, We zochten samenwerking met KTOMM Bronbeek.
   
  -Het monument Sawah Belanda is het Indische monument dat in 2006 door beeldend kunstenaar Joyce Bloem in samenwerking met haar zus Marion Bloem werd gerealiseerd. Het monument Sawah Belanda gedenkt de Indo die door de koloniale tijd is ontstaan en na de revolutietijd naar Nederland is gekomen. Het kunstpark staat symbool voor de Indo’s die nu zo goed als opgelost lijken te zijn  in de Nederlandse samenleving. Locatie: Park Sacré-Coeur, een park tegenover Bronbeek.-
   
  Na dit overleg liep ik Thomas Sopaheluwakan, de toenmalige gidsen coördinator tegen het lijf, die liet mij het museum zien. Daar werd ik zo enthousiast van. Toen ik thuis kwam heb ik hem echt per omgaande een mailtje gestuurd met de vraag of ik iets zou kunnen doen op Bronbeek. Thomas heeft me toen als gids opgeleid. De speld die onze gidsen vandaag de dag dragen heb ik in die tijd ontworpen.
   
  Je bent enorm geïnteresseerd in geschiedenis, waarom ben je daarin niet verder gegaan ?
  Toen ik van de lagere school kwam, gingen de jongetjes in mijn klas naar de ambachtsschool en de meisjes in mijn klas naar de huishoudschool. Mijn vader heeft ervoor gezorgd dat ik naar de Mavo ging. Later ging ik naar de Havo omdat ik niet wist wat ik wilde doen. Op de lagere school was ik al enorm geïnteresseerd in geschiedenis en dan met name de tweede wereldoorlog. Ik had een onderwijzer die me echt ontzettend enthousiast maakte voor deze periode in de geschiedenis. Mijn ouders haalden mij zelfs uit bed als er s avonds iets interessants was op TV over de tweede wereldoorlog. Een heel bekende foto van een trein waarin Joodse mensen werden gedeporteerd, door de kier van de deur zie je een meisje. Nou, ik kan me nog herinneren dat ik naar één of ander museum een brief heb gestuurd. Wie is dat meisje? Zo erg was ik geïnteresseerd. Misschien had ik geschiedenis moeten studeren. Het is zo’n deel van mijn leven geworden. Een passie! Het is toen niet in me opgekomen om geschiedenis te gaan studeren. Op de Havo koos ik ervoor om de verpleegkundige opleiding te gaan doen. Dat leek me wel leuk en dat was ook leuk. Maar als ik nu merk hoe ik met geschiedenis bezig ben, ja, dan had ik dat gewoon moeten doen.
 
   
  Jij gidst niet alleen, ik hoorde dat je meer doet?
  Ja, ik geef ook lezingen over het tehuis Bronbeek en zijn paleisje, het landgoed en de geschiedenis van Nederlands-Indie. Ik vond dat ik te weinig rondleidingen had en vroeg of ik misschien lezingen zou kunnen geven, ook buiten Bronbeek. ik heb een proeflezing gegeven aan Hans van den Akker en Niek Ravensbergen en ben geslaagd. (lacht) Ik heb ondertussen aan veteranen en middelbare scholieren en ‘oudere’ groepen lezingen mogen geven.
   
  Vanwege corona is alles natuurlijk gestopt. Maar dat heeft mij de gelegenheid gegeven om onderwerpen uit te breiden en te verbeteren. Lezing ‘Coen. Gezag orde en rust’ ben ik gaan uitbreiden en verbeteren, maar ook een nieuwe lezing over het Vrouwenkorps van het KNIL is nu mogelijk.
   
  Gezien bovenstaande misschien een overbodige vraag. Waar ligt jouw interesse eigenlijk?
  Nou, mijn interesse ligt in het overbrengen van de geschiedenis aan mensen. Mijn ervaring is dat veel mensen weinig weten van onze geschiedenis en met name ons koloniale verleden. Wat ik heel bijzonder vind is dat na afloop van een lezing of van een rondleiding vaak mensen met hun verhaal bij mij komen. En dat zijn vaak emotionele verhalen. Waar mensen al 70 jaar mee gelopen hebben, echt heel bijzonder dat ze hiermee naar mij toekomen. Je zou zulke verhalen moeten opschrijven, ha ha, wie weet begin ik daar ook nog eens aan.
   
   
  Werd er thuis veel over Nederlands Indie/Indonesië gesproken ?
   
  Het gekke is dat er thuis niet of nauwelijks over Indonesië gepraat werd. Als lagere school kind wilde ik mijn moeder altijd helpen met eten koken. Tijdens dat koken sta je naast elkaar en je kijkt elkaar niet aan, dan pas vertelde mijn moeder over haar jeugd in Indonesië. Over de school. Zij was moslim en ze beheerste het Arabisch. Haar mede scholieren en zij schreven spiekbriefjes in het Arabisch, want die docenten die konden dat toch niet lezen, weet je dat soort verhalen… Ze vertelde over de ramadan. Over de wajong voorstellingen die wel uren kon duren.  Maar buiten dat koken werd er nooit over gepraat. Ooh ja, en als er Indische vrienden op bezoek kwamen, dan ging ik er altijd als klein kind bij zitten, die sfeer trok mij enorm aan. Ik wist niet waar ze het over hadden. Daar was ik te klein voor, maar het ging mij om die sfeer.
   
  Heb jij een partner?
  Ja, ze is Indonesisch, ze woont in Jakarta, We willen graag in Jakarta en in Arnhem wonen omdat ik hier kinderen en kleinkinderen heb. Ik heb zelfs vaste oppasdagen voor mijn kleindochters, dat zou ik nooit willen missen.
   
  Wat zou jij tegen iemand willen zeggen die gids zou willen worden?
  Je moet affiniteit hebben met geschiedenis, en met onze koloniale verleden in het bijzonder. En verhalen kunnen vertellen. Allerlei opsommingen van jaartallen is niet zo van belang om te vertellen. Wel de samenhang. Je hoeft niet perse Indonesische roots te hebben, maar het voegt wel iets toe. Vooral het verhaal van de tentoonstelling in ons museum met passie en enthousiasme willen overbrengen aan andere mensen, dat is ook belangrijk. Wat ik vaak hoor is, ‘nou, ik kom terug hoor, maar neem dan andere mensen mee’, dan vind ik dat je je doel bereikt hebt.
   
  Je bent ook verbonden aan de Tong Tong Fair?
  Ja al heel wat jaren zit ik in het organisatie comité. Ook geef ik kookdemonstraties …Ik blijf dan al die dagen in Den Haag.
Kijk, het bijzondere aan mij is, ik zeg altijd dat ik vrij laat als indo uit de kast gekomen ben. Het gevoel is er wel altijd geweest maar dat verdrong ik. Ik noemde al het samen Indisch koken, als lagere schoolkind met mijn moeder.. Op latere leeftijd begon ik er me er echt voor te interesseren en dat kwam eigenlijk door een longarts.  Ik had namelijk een longprobleem, ben onderzocht in Groningen door een longarts en die zei. Jij kan op basis van jouw longinhoud afgekeurd worden voor het werk. Maar jij bent van Indonesische afkomst. En dan gelden er hele andere waarden. En toen had ik zoiets van, waar heeft die man het over? Ja, mijn moeder was Indonesisch. Maar wat heeft dat voor betrekking op mij? Indisch is dus kennelijk niet alleen het uiterlijk, maar is ook fysiek. Toch heel bijzonder, daar is mijn interesse gewekt en één van de stappen die ik toen ondernomen heb, is om bij de Tong Tong Fair te gaan werken. En ik merkte dat ik me daar heel erg thuis voelde. Dan voel ik met de Indische mensen een enorme verbondenheid.  Niet dat ik het met alles eens ben. Het is één van de stappen die ik ondernam om erachter te komen wie ik werkelijk ben. Waar kom ik vandaan? Wat betekent dat Indische voor mij? Als ik vroeger in de spiegel keek, zag ik gewoon een Hollandse jongen. En dat ben ik natuurlijk ook wel, maar ik ben ook een Indo en daar ben ik trots op geworden.
   
  Als laatste was mis je in dit interview?
  Wat ik mis? We hebben het natuurlijk wel heel veel over mijzelf gehad. Ik hoop dat er leuke enthousiaste aspirant gidsen komen, die mooi kunnen instromen in de nieuwe tentoonstelling. En ik hoop hier op Bronbeek nog lang mee te mogen hobbelen.
   
# #Vraag naar Gidsen ……
   
 
 
 
Stichting Vrienden van Bronbeek
Koninklijk Tehuis voor Oud-militairen en Museum KTOMM Bronbeek
  •    WORD VRIEND 
  •  
     
    SVVB