|
|
|
NIEUWS |
|
|
Bronbeek
alweer 153 jaar !!! en daar werd uiteraard bij stil gestaan... |
geplaatst 24 febr 2016 |
|
 |
Toespraak 153e Verjaardag Bronbeek,
19
februari 2016 door:
Commandant KTOMM Bronbeek
|
|
|
Geachte Bewoners van Bronbeek,
overige aanwezigen.
|
|
Welkom bij de traditionele
viering van de ‘verjaardag’ van ons instituut |
|
Op 5 september 2015 sprak in
Roermond Liduin van den Broek; Aalmoezenier
Veteranen Zuid-Nederland een openingsgebed dat
op mij een diepe indruk maakte. En daar moest ik
weer aan denken toen ik het boekje ‘herdenking
2015’ van de stichting nationaal Indië-monument
1945-1962 toegestuurd kreeg. |
|
De aalmoezenier vertelde onder
andere over een artikel dat handelde over het
thema van de rechtvaardige oorlog. “Deze
woordcombinatie alleen al wekt in onze
samenleving verontwaardiging en afschuw: hoe kan
een oorlog nu ooit rechtvaardig zijn?” En zo
vervolgde de schrijver: “de vraag naar de
noodzakelijkheid en juistheid van een oorlog
moet steeds gesteld worden.” maar “je hoeft niet
altijd een oorlog te beginnen, om er toch bij
betrokken te raken.” |
|
Vooral deze laatste zin trof haar: gold dit niet bij
uitstek voor de militairen die hebben gevochten in Nederlands-Indië en
Nederlands Nieuw-Guinea, maar ook voor de vele uitgezonden militairen
die na hen kwamen, dat zij bij een oorlog betrokken zijn geraakt, zonder
die zelf te zijn begonnen?
|
|
Daarbij wordt een grens overschreden, een gebied betreden
dat voor burgers, voor het thuisfront, voor latere generaties onbekend
terrein is: Dat van de door de regering opgedragen geweldsuitoefening.
Dit geweld is uiteraard aan allerlei mandaten en afspraken gebonden.
Maar het is vreselijk moeilijk om dat telkens te beseffen als je
geconfronteerd wordt met een tegenstander die zich er niet aan houdt.
|
|
In een ‘checkpoint’ las ik eens
het interview met een Indiëveteraan, waarin hij
zei: “We werden eigenlijk totaal onvoorbereid
weggestuurd, want je wist niet wat er aan de
hand was.” En dat zal ook voor de meeste van u
het geval geweest zijn. Maar niet alleen naar
Indië, ook naar Libanon, Bosnië |
|
Terugkijkend op zijn uitzending zegt deze veteraan met
gevoel voor understatement: “Toen dacht ik: nou, dat heb ik dan nog niet
zo beroerd gedaan” en “terugkijkend vindt hij ook dat dit geldt voor
alle Nederlandse troepen die toen zijn ingezet. “onder vaak moeilijke
omstandigheden hebben ze toch een hele prestatie neergezet.”.
|
|
Hij verwijst bij deze vaak
moeilijke omstandigheden naar hoe de Nederlandse
militairen geconfronteerd worden en werden met
een guerrillaoorlog en het onbegrip over de
barbaarsheid jegens de verzwakte vrouwen en
kinderen in de kampen. Hoe gemakkelijk in een
conflict, met name door de tegenstander, voorbij
wordt gegaan aan menselijke waardigheid. |
|
Als samenleving moeten wij er van
doordrongen zijn dat militairen vaak
terechtkomen in een situatie waarin het normale
zicht op goed en kwaad wordt verduisterd door
alle geweld en leed dat zij in een inzetgebied
aantreffen en waaraan zij deelhebben. Dat zij
erbij betrokken zijn geraakt, zonder die zelf te
zijn begonnen. |
|
Geweld voortkomend uit de directe
confrontatie met de tegenstander: daar kunnen ze
nog wel mee leven. Maar moeilijker wordt het,
als er doden vallen die je niet ziet, zoals door
een mortieraanval. Of als het gaat om vrouwen en
kinderen. Vooral dit laatste draagt de veteraan
de rest van zijn leven met zich mee |
|
Ik sluit mij aan bij de
slotopmerking van Liduin dat wij in ieder geval
met veel respect en dankbaarheid onze veteranen
moeten eren. Laten wij, die immers ook elke dag
met de vragen rond goed en kwaad te maken hebben
en hierbij niet altijd de goede keuzes maken,
solidair zijn met de uitgezonden militairen,
vanaf Nederlands-Indië tot nu. Zij horen bij
ons, als leden van onze gemeenschap. Dit geldt
ook en vooral degenen, die niet meer terugkwamen
en die wij nog vrijwel elke dag gedenken. Laten
wij hun bijzondere prestaties en
opofferingsgezindheid erkennen en waarderen. |
Laten wij onze sobats die bleven
in de strijd en ook die ons dit jaar ontvielen
gedenken door een moment stilte en het plaatsen
van een bloemstuk bij het borstbeeld van Koning
Willem III.
|
Ik verzoek u voor zover mogelijk
op te staan.
Wij herinneren: |
|
- Hendrik Bijl 16 mei 2015 94
jaar |
- Alje Afman 17 mei 2015 86 jaar |
- Sietse Vermeer 10 juni 2015 80
jaar |
- Marten Lubberts 16 augustus
2015 76 jaar |
- Adelbert Gustav Cramer
Bornemann 4 september 2015 84 jaar |
|
Bedreigingen rondom het blijven
bestaan van Bronbeek zijn reeds aanwezig vanaf
de jaren vijftig. Ontwikkelingen omtrent ouderen
en ouderenzorg vragen om veranderingen, oude
reglementen zijn niet meer van toepassing.
|
|
Tussen 1954 en 1964 valt de
omslag naar modern georiënteerde welzijnszorg
voor bejaarden. Het is hoogtijd voor een nieuw
reglement, ook met het oog op de problemen die
het dalende inwonertal veroorzaakt. De oplossing
voor de verminderde belangstelling voor Bronbeek
als tehuis was volgens de voorzitter van de
commissie Bijstand: opheffen van Bronbeek of
verruimen van de toelatingseisen.
|
|
Toestemming voor verruiming van
de toelatings-eisen vond pas plaats in januari
1970, het hield in dat het tehuis nu ook werd
opengesteld voor oud-beroepsmilitairen van alle
delen van de Nederlandse krijgsmacht, maar KNIL
militairen kregen de voorrang. Daarna veteranen
die vrijwillig hebben gediend en dan diegenen
die bij VN-vredesmissies ingezet werden en
overigen. Met de komst van dit nieuwe reglement
kreeg het huis een nieuwe naam: Koninklijk
Tehuis voor Oud-Militairen Bronbeek. |
|
Dreiging van opheffing van
Bronbeek bleef echter bestaan en begin 1978
werden weer mogelijkheden van een eventuele
wijziging in de bestemming van Bronbeek
overwogen, als er maar goede regelingen
getroffen konden worden voor de bewoners en voor
het museum. Maar dan was er nog het vraagstuk
wat er moest gebeuren met het landgoed dat
destijds door koning Willem III werd geschonken
aan de Staat.
|
Begin januari 1979 deelde de
commandant van Bronbeek mede dat Bronbeek eind
1980 dicht moest. Er werd al een paar jaren
eerder door de Algemene Rekenkamer gepleit voor
sluiting van Bronbeek vanwege de steeds hoger
oplopende verpleegkosten.
|
|
De bewoners namen hun toenmalige
Commandant, de brigade-generaal Van Leer,
kwalijk dat hij geen enkel verweer voerde. Hij
had plannen gemaakt dat het museum naar het
Legermuseum over zou gaan, onduidelijk was wat
er met de etnografica en de bibliotheek gebeuren
moest. De bewoners moesten dan verhuizen naar
andere bejaardencentra en verpleeghuizen.
|
|
De beslissing om Bronbeek te
sluiten was ‘een regelrecht schandaal en deze
KNIL-mensen hebben deze ontheemding niet
verdiend’, zo stelde de Nederlandse Officieren
Vereniging.
|
|
Protesten tegen sluiting kwamen
uit de hoek van oud-militairen van het KNIL en
de Indische gemeenschap. Madjoe, de bond van
KNIL-militairen, wilde Bronbeek behouden als
laatste bolwerk van het voormalige KNIL. De stad
Arnhem heeft een verbondenheid met Indië.
Indiëgangers vestigden zich hier en dus moest
Bronbeek blijven bestaan. |
|
De staatssecretaris van Defensie
Van Lent maakte uiteindelijk op 15 maart 1979
bekend dat Bronbeek open blijft en een Commissie
Toekomst Bronbeek werd ingesteld om na te gaan
of en hoe het tehuis aangepast aan de eisen van
de tijd aan zijn bestemming kan blijven voldoen.
|
De kosten voor een gerenoveerd
Bronbeek werden beraamd op een twintig miljoen
gulden. Opnieuw, op 8 september 1981, komt Van
Lent met het besluit dat sluiting onvermijdelijk
was. Op termijn zou Bronbeek dichtgaan.
|
|
Een Velpenaar, de heer G.
Spijkerboer, kwam met een idee om Bronbeek te
redden: het oprichten van een stichting die
Bronbeek steunt. 10 Oktober 1983 wordt de
Stichting Vrienden van Bronbeek opgericht met
als voorzitter de toenmalige burgemeester van
Arnhem: J. Drijber en als adviseur de commandant
van Bronbeek. |
|
In die voor Bronbeek roerige
jaren tachtig voelen veel Indië-veteranen zich
in hun waardigheid aangetast. Niet in de laatste
plaats door excessennota uit 1969. Maar ook de
overige veteranen voelen zich tekort gedaan. In
1989 richten 10 Veteranenorganisaties de
overkoepelende Stichting Veteranen Platform op.
Het sleutelwoord voor het te voeren
veteranenbeleid was (en is) ‘erkenning’. De
oprichting van de Stichting Kumpulan en de
opening in 1992 om die erkenning kracht bij te
zetten.
|
|
Bronbeek mag open blijven en
heeft dan ook een nieuwe taak: het ondersteunen
van het veteranenbeleid van Defensie naast het
bieden van een plaats van herdenking voor vele
groepen die in Indië streden of die geleden
hebben.
|
Zoals deze historische
vogelvlucht laat zien heeft Bronbeek zich tegen
alle verwachtingen in gehandhaafd, vernieuwd en
zich bij voortduring relevant gehouden voor de
toekomst.
|
Zo ook nu en hier. Dit jaar wordt
de evaluatie van het veteranenbeleid geschreven
en eind dit jaar aan de Kamer aangeboden.
Daartoe hebben wij op 22 januari een
startconferentie gehouden in Doorn. Veel
aspecten zijn bij die conferentie de revue
gepasseerd. Zo ook Bronbeek en het omgaan met de
veteranenzorg van de steeds kleiner wordende
groep oudere veteranen en daarmee de
veranderen-de samenstelling van de
veteranengemeenschap.
|
|
De vraag daarbij is hoe de
zorgstructuur passend kan worden gehouden. De
vraag die wij daarbij moeten beantwoorden is
niet of, maar wel in welke vorm het Koninklijk
Tehuis voor Oud-Militairen & Museum Bronbeek
zijn rol blijft vervullen.
|
Wij zullen in het kader van
erkenning en waardering voor de veteranen als
‘Home of the veterans’ een vanzelfsprekende
ontmoetingsplaats zijn voor oud, jong en actief
dienende veteranen van Arnhem en omgeving naast
de ondersteuning van lokale veteranenevenementen
zoals het Veteranencafé, de veterans walk en de
veteranendag met veteranenorganisaties.
|
|
Bronbeek als erkenning en
waardering voor de bijzondere prestaties en
opofferingsgezindheid van de veteranen. Maar ook
als bijzondere veteranenzorg voor hen die die
grens overschreden en het gebied betraden van
de, door de regering, opgedragen
geweldsuitoefening en de opgedane vaak
traumatische ervaringen wegstopt, er grapjes
over maakt of er min of meer neutraal op
terugkijkt. |
|
Bronbeek … al 153 jaar
erkenning, waardering en bijzondere zorg voor de
veteraan… tot ver in de toekomst. |
|
Mijne heren;
gefeliciteerd met uw verjaardag. Lang zullen wij
leven; als tehuis, als museum,
als pleisterplaats voor veteranen en als
Indische pleisterplaats. Als instituut!
Ik dank u voor uw aandacht en wens u nog een
fijne dag. |
|
|
 |
|
Revue 1953 |
foto: Bronbeek 1917 |
 |
|
|
|
|
|
|